Skip to content

Objectenbeheer

Alle objecten en de structuur van de objecten zijn hier inzichtelijk.
Elk object kan hier beheerd worden, er kunnen nieuwe objecten aangemaakt worden of bestaande objecten verwijderd worden. Ook kunnen de objecten in een boomstructuur worden geplaatst.

Objecten

Een object kan alles zijn, van een heftruck tot een pomp en van een parkeerplaats tot een beeldscherm. Om een object draait bijna alles binnen ControlOffice. Een melding wordt gemaakt op een object, van deze melding wordt een werkorder aangemaakt, aan deze werkorder kunnen weer uurboekingen en onderdeeluitgaves hangen. Ook kan er preventief/periodiek onderhoud worden gepland op objecten middels checklijsten. Ook dit worden weer werkorders.

Alle meldingen, werkorders, uurboekingen, etc. zijn weer terug te zien in de historie van het object.

Een object heeft twee belangrijke velden die door heel ControlOffice altijd bij elkaar staan. De unieke code (objectcode) en de omschrijving (wat betekent mijn unieke code). Deze 2 velden zijn heel belangrijk om goed op te bouwen aangezien de informatie hier genoeg moet zijn om aan iedereen duidelijk te maken waar het over gaat.

Om een object aan te maken dient er eerst een objectgroep (link: Objectgroepen) te zijn. Een objectgroep is de benaming voor een stamkaart van een machinegroep. Bijvoorbeeld een objectgroep voor heftrucks, transportbanden, vulmachines, intern transport, etc.

Een objectgroep heeft 4 functies.

  1. In verschillende rapportages en KPI’s gebruiken we de objectgroepen om je per objectgroep te vertellen hoe het gaat, de kosten, de stilstand, aantal storingen, etc.
  2. Per objectgroep kan een checklijst (of meerdere) gekoppeld worden, dan gaat elk bestaand object, en elk nieuw object mee in de interval van de checklijst. Zo borg je dat een nieuwe object mee gaat in bijvoorbeeld het jaarlijks onderhoud.
  3. Per objectgroep kunnen symptomen ingesteld worden.
    Als er vervolgens een melding of werkorder gemaakt wordt op een object uit deze groep, kan er als symptoom alleen gekozen worden uit de beschikbare symptomen die horen bij de groep van het gekozen object.
  4. Per objectgroep kan je de stamkaart anders opzetten en andere kenmerken bijhouden.

Een object kan worden aangemaakt via het menu item ‘Objecten’. Klik op het + icoontje om een nieuw object te maken. Als eerst wordt er gevraagd in welke objectgroep het object moet zitten.
Na een objectgroep te hebben gekozen laden de velden die bij de objectgroep horen. Vul de gewenste velden in, en sla het object op.

Een object kan door deze in te prullenbak te plaatsen, niet meer gebruikt worden binnen ControlOffice. Selecteer hiervoor het object, en klik op het prullenbak icoontje. Verwijderde objecten worden ook automatisch uit de boomstructuur gehaald. Eventuele historie van het object blijft behouden. Het object komt enkel in de prullenbak, een object met historie kan nooit definitief uit de prullenbak verwijderd worden.

Een object heeft diverse tabbladen waarin informatie kan worden geplaatst.

Tabblad naamUitleg
DetailDe inhoud van dit tabblad is te bepalen via de objectgroep (link: Objectgroepen). Hier kan een veld toegevoegd, bewerkt of verplaatst worden.
StuklijstHier kunnen onderdelen aan een object gekoppeld worden.
De onderdelen die uitgegeven of ingekocht worden op een object worden automatisch gekoppeld aan de stuklijst.
PlanningHier kunnen checklijsten (preventief onderhoud) aan een object gekoppeld worden.
ObjectenHier kunnen (sub)objecten aan een object gekoppeld worden
HistorieHier valt de historie van het object in te zien. De werkorders, meldingen, uurboekingen, onderdeeluitgiftes en kostenboekingen van het object zijn hier in te zien.
BijlagenHier kunnen bijlages aan een object gekoppeld worden
ContractenHier kunnen contracten aan een object gekoppeld worden
MetersHier kunnen meters aan een object gekoppeld worden.

Boomstructuur

De boomstructuur wordt gebruikt om de structuur van de objecten inzichtelijk te krijgen. De boom wordt veelal gestructureerd naar proces of geografische locatie. De boomstructuur bestaat uit 2 items, mappen en objecten.

Mappen worden doorgaans gebruikt om locaties of functies mee aan te geven. Op een map kan niks worden geboekt. Een object kan meerdere keren in de boomstructuur voorkomen. De diepte van de boomstructuur is onbeperkt, een map kan in een object voorkomen en andersom.

Door met de rechtermuis op een regel te klikken kunnen nieuwe mappen of objecten worden toegevoegd. Een mapnaam kan bewerkt worden, of een object geopend worden. Ook kan de map gesorteerd worden (A-Z). Er kunnen ook meldingen of werkorders gemaakt worden vanuit deze functie. Een map of object kan versleept worden (drag & drop) naar een andere map of positie.

Was this article helpful?

Related Articles

Inhoudsopgave

Back To Top